Rotary
Geluid (en dus ook muziek) bestaat uit golfbewegingen. Als de bron van het geluid (zoals een speaker) in beweging is, dan creëert ook dit een doppler effect. In de richting waar de bron zich in begeeft worden de geluidsgolven als het ware in elkaar gedrukt (kortere golflengte) en aan de andere kant worden de geluidsgolven uitgerekt. Een kortere golflengte betekent een hogere toonhoogte en een langere golflengte een lagere toonhoogte.
Het effect van een roterende speaker (zoals toegepast in Leslie speaker; en bekend geworden door het Hammond orgel) is dat je dus een op en neer gaande geluidsbeweging hoort van hoog naar laag en weer terug. Een rotary effect simuleert dit doppler effect van een roterende luidspreker.
Vergelijkbaar met: ronddraaiende sirene van bijvoorbeeld een ambulance. Naast de toonhoogte die hoger en lager wordt gaat ook het volume op en neer van hard naar zacht.
Je kunt overigens met een op de juiste snelheid roterende luidspreker ook andere effecten creëren, namelijk het effect van een flanger, phaser, vibrato, chorus. Deze effecten zijn allen zeer gerelateerd.
Tremolo
Een tremolo effect is een gitaareffect dat het volume (dynamiek) van je gitaargeluid harder en zachter maakt. Dat wil zeggen, achtereenvolgens harder en zachter: harder, zachter, harder, zachter, harder, zachter, etc.
Hierdoor ontstaat er een zeek karakteristiek geluid wat veel gebruikt wordt om een ‘vintage’ (‘oud’) gitaargeluid te creëren.